dinsdag 30 maart 2010

Dropjes (30-03)

Ik ben wat laat, maar Gerald is er vandaag toch niet. Tegen half 10 ben ik bij de school, en ga verder met de schildering, vandaag een zebra, leeuw en halve giraffe. Daarna is er geen schaduw meer en ga ik naar binnen. Ik heb mijn fotoboekje meegenomen, en laat die aan de kinderen zien, ze vinden het heel leuk, en zijn vooral verbaast over de foto’s met honderden fietsen. Daarna deel ik dropjes uit die ik van Ibo en Diewer kreeg. De kinderen kijken erg verbaast naar het snoepje en vragen zich af of ze het echt kunnen eten. De meeste kinderen vinden het gelukkig lekker!

’S Avonds ga ik met Anna en Conelia naar de film, we willen de film Percy Jackson. Volgens de krant draait de film om half 7 ‘s avonds, dus om kwart over 6 willen we met een tuk tuk naar Mega City. Omdat het regent vragen de tuk tuk rijders ontzettend veel geld. Alleen voor 100 shilling willen ze ons meenemen, normaal is dat 40 of 50. We nemen een piki voor 50 wat ook meer is dan normaal. Bij de ingang zien we Conelia, we moeten eerst even brood halen, voor we naar de film gaan. Na de film is de supermarkt gesloten. Dan lopen we de trap op, de bios is op de 2e verdieping. Het is erg donker en stil, maar we besluiten toch even te kijken of er iemand is. Het blijft stil. We vragen het aan een winkelbediende in een kledingwinkel, en die bevestigd: de bios is gesloten.

We proberen ons geluk bij een andere bios, die bij Tuskys Supermarkt. Er zijn 2 films bezig, al een uur, de volgende begint om half 9. De film die bezig is is Valentines Day, en met een beetje korting mogen we naar binnen. Anna en Conelia besluiten te gaan, ik ga terug naar het hotel. Ik heb geen zin om een film te kijken die ik al heb gezien, en dan maar de helft.

Muurschilderen vervolg (29-03)

Vandaag ga ik verder met de schildering. Alles is getekend en ik begin nu met schilderen. Ik begin bij het varken, de kip en de geit, en het lukt heel goed! De leraressen zijn er erg tevreden over, en de kinderen herkennen de beesten. Tegen 10 uur komen Lilian en Diewer even op de school kijken, ook zei vinden de schildering erg leuk. ’S Ochtends sta ik in de schaduw, maar rond het middaguur komt de zon aan mijn kant van het schoolgebouw. Na een uur merk ik dat mijn kuiten erg warm worden en als ik mijn benen bekijk zijn ze heel erg verbrand – ik ben vergeten mijn kuiten in te smeren. Ik ruim meteen mijn verfspullen op, en help nog even binnen in de klas.

Terug in het hotel zie ik hoe rood mijn kuiten zijn, en smeer ik ze in met heel veel after-sun. Tegen het einde van de middag ga ik boven zitten, er is daar een fijn plekje op de rand van het terras, waar je naar de straat kan staren – er gebeurt altijd wel wat! Er zijn geen gasten, en ik geef Conelia Nederlandse les. Als Anna boven komt word ze begroet met “Goedenavon, hoe kaat het?”

zondag 28 maart 2010

Eerste en derde theaterles (28-03)

Vandaag is alweer mijn derde theaterdag. Ik heb met Machiel (supervisor) over de theaterles gesproken, en ik hoop dat ik vandaag wat tips kan uitvoeren. Om half 11 ben ik op Jamilo, Pasaka is er al met de sleutels. Ik ga op zoek naar krijt om iets op het bord te schrijven, maar alles zit in de kast, en die zit op slot. Dan alvast maar de tafeltjes en stoeltjes aan de kant schuiven.

Ik ben best zenuwachtig: zal het vandaag wel lekker gaan? Zullen er mensen komen? Komen ze op tijd? Doen ze mee? Verstaan ze mij, kan ik alles goed uitleggen?

Op tijd zijn ze in ieder geval niet, iets voor half 12 bel ik Seth, hij zegt dat de meiden onderweg zijn. Om half 12 komen 4 meiden, we wachten nog even of er meer komen, maar beginnen al vrij snel de les. Het gaat heel goed! Het is de eerste les voor de meiden, en ze doen heel enthousiast mee. Ook zijn ze niet erg verlegen, komt waarschijnlijk ook door de kleine groep. We zijn bijna 2 uur bezig, waarna ik even pauze nodig heb tot de volgende groep.

Ik ga buiten zitten bij Pasaka, en probeer een gesprek aan te knopen, maar zijn Engels is niet erg goed. Nu is het wachten tot de volgende groep komt. Een groepje kinderen staat te schreeuwen bij het hek “Mzungu, mzungu!” Dezelfde kinderen stonden hier vorige week ook al, en ik heb er even geen zin in. Als ik naar binnen ga volgen ze me langs het hek en klimmen erop om mij te kunnen bekijken, ik voel me net een aap in een kooitje.

Tegen half 3 komen de kinderen van de 2 uur groep, en het worden er steeds meer. Uiteindelijk heb ik 40 deelnemers, en ik kan niet precies doen wat ik had gepland , dat word improviseren! Als we even bezig zijn komt Gerald langs, met Ibo en Diewer, fundraisers uit Nederland. Ze zijn voor 3 weken in Kenia, en bezoeken dan Kisumu en Homa Hills. Ik ga volgende week waarschijnlijk ook een paar daagjes naar Homa Hills. Ik vind het wel fijn om even te kijken hoe het daar is, aangezien ik later een maand wil blijven. Ibo en Diewer hebben stroopwafels en drop voor mij meegenomen! ’S Avonds deel ik in The Duke stroopwafels uit, ze vinden het allemaal erg lekker! Dat in tegenstelling tot de dropjes die ik eerder uitdeelde.

Jurk!

De eerste doek die ik kocht, die ligt nu op mijn extra bed
De print van mijn jurk
Anna en ik met onze jurken

Victor, ik, Conelia, Anna en John

Eindelijk mijn jurk ophalen! (27-03)

Het is zaterdag, dus ik mag uitslapen van mijzelf. Ik zet de wekker niet, en toch word ik om 8 uur wakker. Ik blijf nog even liggen en ga dan aan de slag op mijn computer, ik ontbijt tegen 11 uur met Malo (een soort combinatie tussen karnemelk en yoghurt, erg lekker met een beetje suiker) en een appel. Om 12 uur klop ik bij Anna aan, die net wakker is, ze ligt nog in bed. We spreken af dat we over een half uurtje (Keniaanse tijd) naar de fundi gaan om de jurken op te halen.

Om kwart voor 1 is Anna klaar, Emily gaat ook mee. Ik ben erg benieuwd naar de jurk: zal hij passen, zal de kleermaakster mijn ontwerp hebben begrepen? Als we bij het winkeltje aankomen zie ik mijn jurk al liggen, hij ziet er prachtig uit! Anna en ik passen onze jurken, en die van mij past meteen goed! Anna’s jurk moet nog wat aangepast worden, en daarom wachten we even. Als ook die jurk goed is wil de kleermaker nog meer maten van mij opnemen, en wijst een plaatje van een jurk aan en vraagt of ik die mooi vind. Ik vraag waarom, maar ze wil er niets over zeggen. Ik vraag me nog steeds af, waarom zou ze nog een jurk willen maken, ik heb er niet om gevraagd.

Dan gaan we naar Mega City, en drinken eerst wat bij Mon Ami. Ik moet zonnebrand kopen, Anna en Emily willen wat souvenirs kopen en gaan naar Masai Market, ik ga terug naar het hotel. ‘S avonds eten we in Laughing Budha, en na het eten gaan we aan de waterpijp.

vrijdag 26 maart 2010

Weetjes III

Het schooljaar is hier een stuk overzichtelijker dan in Nederland. Het jaar begint in januari, na 3 maanden heb je 1 maand vrij (april), dan weer 3 maanden school en een maand vrij (augustus), 3 maanden school en een maand vrij (december) en dan is weer het volgende schooljaar.

Een heel groot gedeelte van de secondary schools zijn boarding schools, waar kinderen dus ook blijven slapen. Er zijn zelfs primary boarding schools, waar kinderen al vanaf 5 jaar terecht kunnen.

Grasmaaien doen ze hier niet met een grasmaaier, maar met een soort machete die aan de onderkant gebogen is. Mensen staan dan met een gebogen rug en slaan met grote halen het gras weg.

Luo’s hebben allemaal 2 namen, en een familienaam. Over het algemeen is de eerste naam een Engelse/Westerse naam (Victor, John, Ann, Margret, Mildred), de tweede naam word bepaald door de omstandigheden waarin je word geboren. Zo kan je naam bijvoorbeeld betekenen dat je in de middag of de ochtend bent geboren, dat het regende, het volle maan was, of dat je langs de weg bent geboren. Een jongensnaam begint bijna altijd met een O (Ocheng, Otieno) een meisjesnaam met een A (Acheng, Atieno)

Het basisonderwijs in Kenia is gratis, althans volgens de overheid. In werkelijkheid moeten kinderen alsnog zo’n 200-300 shilling per maand betalen om leraren te betalen, en moet de community zelf lesmateriaal kopen, scholen bouwen en onderhouden. Enkel een aantal leraren worden door de overheid betaald. Een paar euro per maand is teveel voor sommige gezinnen, waardoor de kinderen niet naar school kunnen. Veel ouders hebben door het “gratis” onderwijs het gevoel dat ze geen verdere bijdrage meer hoeven te leveren, ouder- en community participatie is daardoor erg laag.

Kinderen roepen vaak “Mzungu, how are you!” hierbij knijpen ze hun neus soms dicht, dit doen ze omdat ze vinden dat witte mensen raar praten.

Ik als stadsgids (26-03)

Ik ben vrij, en kan vandaag “uitslapen” tot 8 uur, ik wil een beetje op schema komen met mijn werk vandaag. Ik spreek met Emily af dat we tegen 1 uur naar het meer gaan, want daar is ze nog niet geweest. Na 2 uur typen ga ik mijn was doen, en ben precies op tijd klaar.

We lopen eerst door het park naar Lake Side, waar ik eerder ugali met vis heb gegeten. Omdat we beide niet echt honger hebben lopen we weer terug, onderweg laat ik haar de leuke restaurantjes en winkels zien. Daarna nemen we een motor naar Kibogo Bay. Op het terras zit een vrouw die naar me zwaait en me begroet. Ik kijk haar een paar seconden aan voordat ik haar herken. Ik heb Swahililes met haar gehad! Wat een toeval! Ze vliegt die middag al weer terug naar Nederland. Het waait erg hard, en na 1 drankje hebben we het al behoorlijk koud, en nemen weer een motor terug naar het hotel, waar ik weer verder ga met typen.

Ik vind het leuk dat ik in een maand tijd toch best wel mijn weg door de stad weet. Ik ken leuke restaurantjes, wat ik waar kan kopen, mooie plekjes en shortcuts. Nu helpt wel mee dat Kisumu niet erg groot en ingewikkeld is. Het centrum bestaat min of meer uit 1 lange straat, de markt is 2 minuten lopen en voor de grote supermarkt hoef je ook maar 2 bochten om.

In de avond ga ik nog wat drinken met Ann, Anna en Emily. Wat kan Ann dansen zeg! En al die andere Kenianen ook trouwens, ik durf me niet op de dansvloer te laten zien!

Nog meer scholen bezoeken (25-04)

Om half 9 ben ik bij Gerald, we nemen 2 motoren naar Oyola Primary. Na een kwartier rijden gaan we van de hoofdweg af, en rijden we nog 5 minuten door de velden. Kinderen komen uit hun huizen om de motoren na de roepen “Mzungu, mzungu!” De school ziet er slecht uit, de lokalen zijn gemaakt van aarde en zitten vol grote gaten, er is geen watervoorziening op het terrein. Waarneer ik mijn camera pak om te school op de foto te zetten staan er binnen de kortste keren 40 kinderen voor mijn lens, allemaal staan ze op hun tenen om maar op de foto te kunnen. Als ik de foto heb genomen laat ik het aan de kinderen zien, die allemaal beginnen te giechelen als ze zichzelf terug zien.

Na deze school bezoeken we nog Genesis ECD en Rea Kanyaika Primary. Ondertussen heb ik 11 scholen gezien, en begin een beetje kwijt te raken welk verhaal bij welk plaatje en welke naam hoorde. We hebben overal notities van gemaakt, en als ik na de lunch (rijst met heerlijke kip!) naar het hotel ga begin ik gelijk met alles uit te typen voordat ik het vergeet. ‘S avonds eet ik alleen een tosti, en skype ik met mijn ouders en broer. Daarna ga ik weer verder met typen.

Lopen door de modder (24-5)

Het heeft geregend vannacht, en waarnaar ik opsta en uit het raam kijk regent het nog steeds. Ik denk aan de zandpaden, die inmiddels modderpoelen moeten zijn geworden, en sms Gerald of hij zeker weet of we wel door die modder op bezoek moeten gaan bij de scholen. We kunnen ook een andere dag gaan? Hij smst dat we het wel redden, en een beetje teleurgesteld stap ik onder de douche.

Als ik het hotel uitloop regent het nog steeds, al is het niet zo hard meer. Ik ga in de matatu zitten, het duurt vandaag niet lang tot hij vol zit, inmiddels stopt het met regenen. Bij de brug stap ik uit en loop naar Geralds huis, hij staat zijn tanden nog te poetsen dus wacht ik in de huiskamer.

Het eerste stuk lopen we, dan nemen we een boda. De boda glibbert door de plassen, een eindje verderop zie ik een boda met passagier uitglijden, ik hoop dat dit niet met ons gebeurt! Na 10 minuten arriveren we bij de eerste school: Faith ECD. De school is gevestigd in een oud winkelpandje, er zijn 2 lokalen, maar omdat er maar 1 lerares is zitten alle kinderen gepropt in 1 lokaal. De lerares smeekt ons bijna om hen te helpen, maar heeft zelf geen plannen om haar school te verbeteren. Daarbij staat de school op een huurland, en we kunnen daar geen permanent lokaal, latrine of watervoorziening neerzetten. Vlak achter Faith staat Raguma Primary, een veelbelovende school. Daarna is het een klein kwartiertje lopen naar Nyalunya Primary, welke er van de buitenkant heel goed uitziet. Nyalunya heeft ook een Secondary School, die er vlak naast staat. Er is een groot sportveld met voetbaldoelen en een basketbalnet. We spreken met de head teacher, en hij ziet er veel in om op zijn school een voetbalteam op te richten die mee kan doen in de YSDAK voetballeague. Morgen willen we Ofunyu Primary bezoeken, maar omdat de leraar ons vertelt dat het dicht bij is gaan we nu meteen maar. De leraar stuurt een jongen uit class 8 mee om de weg te wijzen. We gaan direct van de hoofdweg af, de modderpaden op. Een aantal keer glij ik bijna uit, mijn schoenen en benen zitten onder de modder en spetters. Na ongeveer een half uur te hebben geglibberd komen we bij Ofunyu. De head teacher, deze keer een vrouw, is erg aardig, en verteld zo veel ze weet over de school, maar ze werkt er nog niet zo lang.

Na het gesprek proberen we de weg terug te vinden, wat aardig lukt. Hoewel we niet dezelfde weg hebben genomen, komen we toch op de hoofdweg uit. En lopen dan naar Gerald’s huis om te lunchen, ondertussen is het half 2 en ik heb flink honger. We eten ugali met sakumu en ei, ik begin al een beetje te wennen aan de warme lunches. Na de lunch bezoeken we Hand of Hope CBO, een organisatie die Faith ECD steunt, we bespreken een mogelijke toekomstige samenwerking.

De rest van de middag en avond is rustig

woensdag 24 maart 2010

Foto's

Zonsondergang vanaf de rooftop
Victor (ober van de rooftop)
Schilderen
Open Dag Jamilo
"werken"
Ann vlecht Anna's haar

dinsdag 23 maart 2010

Muurschilderen (23-03)

Vandaag ben ik vroeg op Jamilo. Met de schilder die al meer van zijn kunst op de muur van Jamilo heeft gemaakt bespreek ik wat mijn plan is. We spreken af dat hij een olifant maakt, op de korte, hogere muur, ik maak een 10-tal dieren op de lange kant. We kiezen voor domestic animals (koe, varken, geit, ezel, kip en kat) en wilde dieren (leeuw, zebra, giraffe en aap). De schilder zet de wiebelige ladder voor me neer. Voordat ik erop klim check ik of hij wel stevig staat en dan begin ik te tekenen, wat nog best lastig is op een muur, onder een schuin dak. Om 11 uur heb ik 3 dieren getekend, maar onderbreek ik mijn werk om Creative les te geven.

Vandaag geef ik de kinderen de opdracht hun huis te tekenen, en omdat het huis alleen snel af is ook de tuin en alle dieren van de familie. Een van de jongens komt zijn tekening laten zien, hij heeft een huis, een paar bomen en de zon getekend. Ik vraag hem of hij ook dieren thuis heeft, waarop hij antwoord dat hij een zebra heeft. Ik vind het wel grappig en zeg dat hij dan maar een zebra moet tekenen. De lerares is het er echter niet mee eens, het klopt niet wat hij zegt en hij mag geen zebra tekenen, in plaats daarvan word het een kip.

Na de les ga ik verder met de tekeningen tot iets na 2 uur. Ik heb nu alle tekeningen klaar, en maandag begin in met schilderen. Terug in het hotel bereid ik me voor op supervisie, Machiel komt mij om 4 uur ophalen. Ik vind supervisie maar niks, ik vind het lastig en ik doe liever dan dat ik erover denk. Supervisoren kunnen van die onmogelijke vragen stellen, en als je dan antwoord geeft dan kijken ze je aan met een blik alsof je nog iets moet zeggen terwijl je alles eigenlijk al wel gezegd heb.

’S Avonds maakt Anna pasta met de bertolli-saus die Iris voor haar uit Nederland had meegenomen, daarna halen Emily en ik Anna’s vlechtjes uit.

Alsnog naar de fundi (22-03)

Het duurt lang voordat de matatu vol zit, daarom ben ik pas tegen half 10 op Jamilo. Ik helb de leraressen met Creative lessen, en geef de kinderen de opdracht hun eigen familie te tekenen. Op het bord teken ik als voorbeeld mijn eigen familie, wat de kinderen erg grappig vinden. Ik blijf tot en met de lunch op Jamilo, waarna ik in het hotel nog wat dingen uittyp voor de leraressen, zij kunnen namelijk niet met computers overweg.

Tegen het einde van de middag gaan Ann, Anna en ik alsnog naar de fundi (kleermaker). Ik leg haar uit hoe ik mijn jurk wil: een mouwloos bovenstuk, met dunne bandjes en een hele wijde rok tot mijn knieën. Voor de zekerheid teken ik het ook maar even uit. Anna neemt een lange jurk en een setje van een top en een rok, ze heeft namelijk een hele grote doek. Daarna neemt ze alle maten op en schrijft ze in een groot boek, ik hoop dat ze onthoud welke stof bij welke maten en welk ontwerp! Op vrijdag mogen ik de jurk ophalen, ik ben erg benieuwd!

Terug in het hotel ontmoeten we een nieuwe long-stay guest, Emily uit Engeland. Ze studeert medicijnen, en doet een onderzoek op basisscholen, waarvoor ze een maand in Kenia blijft. Ik ben wel blij met iemand die wat langer blijft, Anna gaat namelijk over 2 weken al weer terug naar Nederland. We nemen Emily mee naar de supermarkt en uit eten bij 7/11. Het is een aardig meisje, en ze praat veel en snel, en met een heel typisch kak-Brits accent.

De tweede theaterles (of niet..) (21-03)

Vandaag ben ik precies een maand in Kisumu. Aan de ene kant is de tijd snel gegaan, maar als ik terug kijk heb ik zo veel gedaan, geleerd en gezien. Ik voel me heel fijn in Kisumu en The Duke, maar ik mis thuis, maar ook de Nederlandse cultuur, toch ook wel.

5 minuten na 11 uur sta ik voor Jamilo. Omdat ik wat laat was heb ik een boda genomen vanaf de hoofdweg. De sleutels heb ik bij Gerald opgehaald. Ik open de deur en schuif snel alle stoeltjes en tafeltjes aan de kant, ik ben klaar om mijn gasten te ontvangen.

Ik wacht.. kwart over 11.. half 12.. kwart voor 12. Ik besluit Seth te bellen, de coördinator van het centrum waar de kinderen uit deze groep vandaan komen. Zijn telefoon staat uit, waarop ik Gerald bel. Gerald zegt dat ik geduld moet hebben, en dat ik nog maar even moet wachten, gelukkig heb ik een boek bij me. Tegen 1 uur besluit ik Gerald weer te bellen, ik verwacht niet meer dat de groep komt, hij zal proberen uit te vinden waarom ze niet zijn gekomen. Omdat het nu toch al bijna 1 uur is besluit ik bij Jamilo te wachten op mijn volgende groep, om 2 uur.

Tegen half 3 komen de eerste jongens, het zijn er 5. Om 3 uur zijn er nog steeds geen anderen, en ik besluit de les te beginnen. Als we halverwege de les zijn komen er nog een aantal mensen binnen. Na overleg besluit ik de hele les opnieuw te doen. De jongens doen erg leuk mee, maar een aantal meiden zijn minder enthousiast. Tegen half 5 is de les voorbij, gaan de kinderen naar huis en sluit ik af. Geïrriteerd loop ik terug naar de hoofdweg, waarom gaat het niet zoals ik gepland heb?

Beauty Pageant (20-03)

Ik sta pas laat op, tegen 10 uur. Het ontbijt is al voorbij en ga de keuken in om zelf brood klaar te maken, maar het is beschimmeld. Dan klop ik bij Anna aan, ook zij heeft geen brood meer en we besluiten te gaan ontbijten

Na het “ontbijt” gaan we boodschappen doen en wachten een telefoontje van Ann af. Ann zou bellen als ze weg kon, en dan zou ze ons naar de kleermaker brengen. Ze belt niet, en we gaan terug naar het hotel, waar we iedereen druk in de weer zien voor de Beauty Pagent die vanavond is georganiseerd door AIRMAXX, en plaatsvindt op de rooftopbar. We helpen Jonh en Victor door een groot krat bier naar boven te slepen (4 verdiepingen!)

Tegen 5 uur gaat de muziek aan, en niet zacht ook. De gasten mogen vanaf 7 uur komen. Met de manager, Steve, hadden Anna en ik afgesproken dat we zouden helpen in de bediening, maar het mag niet: we hebben geen werkvergunning.

Ook na 7 uur blijft het rustig. Er werden 250 mensen verwacht, maar ik schat dat er nu 50 zijn, inclusief personeel en de organisatie van AIRMAXX.

Rond 9 uur komen een aantal gewapende agenten naar boven, de muziek gaat meteen uit en de DJ set word in beslag genomen. Er volgt een lang gesprek waarna Steve en de DJ worden gearresteerd op laste van geluidsoverlast.

De hele avond word geprobeerd Steve vrij te krijgen, maar tevergeefs. Er is op het politiebureau niemand aanwezig die de borgtocht kan aannemen, en aan omkopen willen de eigenaren van de Duke natuurlijk niet meewerken. De pageant gaat natuurlijk niet door, terwijl de kandidates nog steeds hoopvol wachten tot de show begint, ga ik naar mijn bed toe.

vrijdag 19 maart 2010

Open Dag Jamilo (19-03)

Om kwart over 6 gaat de wekker, ik zet hem op snooze en dommel nog even in. Na 5 minuten gaat hij weer en sta ik op. Ik kijk uit het raam: een prachtige zonsopgang. Na het douchen kijk in of het ontbijt al klaar staat, maar zoals ik had verwacht is er nog niemand (ontbijt is van 7 tot 9). Dus rooster ik zelf maar 2 boterhammen. Om kwart over 7 loop ik het hotel uit richting de matatu.

De matatu is snel vol, en ik ben ruim op tijd op Jamilo. Ik heb mijn schmink meegenomen en begin met het beschilderen van de kinderen. Als ik iedereen gehad heb ga ik naar Lilian en Gerald, en help ik met het vouwen van de folders (met mijn foto’s erin, haha). Er zijn nog geen ouders (al stond in de brief dat ouders om 9.00 welkom waren en het is inmiddels tegen 9.30), dus ga ik nog even de klas. Ik help een aantal kinderen met het vormen van korte woordjes, en ze willen allemaal laten horen en zien welke letters ze al kennen. Tegen 10 uur is het tijd om buiten te spelen, we nemen een paar ballen mee. Als ik een van de kinderen op mijn schouders til is het hek van de dam: ze willen allemaal! Het zijn hele leuke kinderen.

Tegen half 11 komen de eerste ouders, we hebben een tent opgezet met stoelen eronder. Als er ongeveer 30 ouders zijn beginnen we met een gebed (Kenianen doen voor ongeveer alles een gebed) en daarna is het de beurt aan Gerald voor een speech, daarna komt de headteacher, en dan nog een aantal ouders (inmiddels zijn we een half uur verder, en alles is in Swahili). Als iedereen uitgesproken is delen we frisdrank en koekjes uit.

Lilian heeft een tuk tuk gebeld, omdat we de tent nog terug moeten brengen. Gerald krijgt een lesje in tuk tuk rijden, en het lukt hem aardig goed (de motor slaat maar 1 keer af). Daarna laden we de tent in en rijden we naar de stad, waar ik word afgezet bij het hotel.

’S Avonds maakt Anna ugali, onder supervisie van Ann. En het lukt nog ook! Tijdens het eten begint het te stortregenen, en ik moet naar mijn kamer rennen om de ramen te sluiten, gelukkig is mijn bed nog droog!

Nieuwe kitenge! (18-03)

Vandaag weer lekker een dagje vrij. Ik slaap uit en ben te laat voor het ontbijt, dus maak ik zelf maar een omelet. Daarna ga ik naar de rooftopbar om foto’s up te loaden, wat meer dan een uur duurt voor 4 foto’s (anders had ik er veel meer willen laten zien!). Mildred en Conelia staan achter de bar, maar er zijn –zoals wel vaker- geen gasten in de bar. Ik zeg dat ik naar de markt ga, en Conelia biedt aan om mee te gaan. Lijkt me gezellig, en ik vind het ook wel fijn, want dan betaal ik tenminste niet het driedubbele van de normale prijs! (en kan ik een beetje leren wat de normale prijzen eigenlijk zijn).

Op de markt koop ik tomaten, pruimen en passievrucht. Daarna gaan we naar 1 van de vele Kitenge shops, om een doek te kopen waar ik een jurk van wil laten maken. Een kitenge is een katoenen doek bedrukt met een prachtig patroon. Conelia leert mij ook meteen het verschil tussen een kanga en een kitenge. Een kanga is een omslagdoek, een stuk kleiner dan een kitenge. Verder is het patroon omlijst in een rechthoek, hij is afgewerkt aan de randen en kan dus zo gedragen worden, en staat er een tekst op. Een kitenge is een lap stof tot ongeveer 6 meter lang, niet afgewerkt aan de randen. Van een kitenge worden jurken en rokken gemaakt. Anna wil ook een jurk of rok laten maken, en misschien gaan we zaterdag naar de fundi (schoenmaker en/of kleermaker).

’S Avonds eten we in the Family Kitchen Restaurant. We hadden veel borden lang de kant van de weg gezien, dus hadden we hoge verwachtingen van dit restaurant. Aangekomen ziet het er niet echt bijzonder uit, de tafels staan dicht op elkaar en het is warm. We besluiten de gok te wagen en vinden een plaatsje boven. Ik bestel de mutton burger (wat volgens mij een schapenburger is, en ik ben wel benieuwd hoe schaap smaakt). Na ongeveer 20 minuten komt de ober mij vertellen dat de mutton burgers op zijn (dat wist hij 20 minuten geleden toch ook?) en of ik iets anders wil. Ik bestel de steak, en die blijkt erg lekker te zijn (lekker gekruid).

In het hotel bekijken Anna en ik mijn Lonely Planet, en zijn ontzettend teleurgesteld. Ik had sinds ik hier ben nog niet op de pagina van Kisumu gekeken. Een aantal hele bekende en leuke plekken in Kisumu staan niet in het boekje, zoals Imperial Hotel (the place-to-be voor mensen met veel geld), The Grill (de lokale disco) en 7/11 (een gezellig en bekend eetcafé).

Ik ga vroeg slapen, want vrijdag moet ik vroeg op, voor de Open Dag van Jamilo.

donderdag 18 maart 2010

Foto's

Klaslokaal van St. Anne's ECD
Conelia en Mildred (personeel van de Duke)

The Orange House met de Homa Hills op de achtergrond

Jamilo School

Een afspraak met de Zonal Educational Officer (17-03)

Vandaag hebben we om tien uur een afspraak met de Zonal Educational Officer (laten we hem ZEO noemen). Om half 10 sta ik bij Nyamasaria Bridse, waarvandaan Gerald en ik een boda nemen naar het kantoor. Als we het kantoor gevonden hebben, kunnen we de ZEO niet vinden. Als we de Assistant Chief vragen waar hij is, zegt hij dat hij de ZEO al een week niet gezien hebben. Gerald besluit hem te bellen, en hij blijkt bij een basisschool verderop te zijn in een meeting met headteachers van ECD Centre’s. We gaan eerst nog even langs de Chief om mij voor te stellen. Kenia is verschrikkelijk hiërarchisch, en Gerald groet de Chief met groot respect (je moet deze mensen immers ook te vriend houden).

We lopen naar de basisschool en vinden daar inderdaad de ZEO, maar hij heeft nu geen tijd. Het feit dat je een afspraak hebt maakt blijkbaar niet zoveel uit. We mogen ons wel voorstellen aan de headteachers, wat goed uitkomt want we gaan al (of zo veel mogelijk) van deze ECD’s bezoeken.

Hierna gaan we naar mijn hotel, en gaan naar de rooftopbar. We moeten ene brochure maken voor Jamilo, omdat vrijdag de Open Dag is. Ik dacht dit wel te kunnen, maar na het zien van het voorbeeld zeg ik Gerald dat hij beter naar een professional kan gaan. Wel geef ik hem nog al mijn foto’s van Jamilo, The Orange House, het Geitenproject, en de scholen die we bezocht hebben.

’S Avonds maak ik bami, met ijs toe! Daarna ga ik met Anna een potje kaarten.

St. Philomena en Rarienda Kaloo (16-03)

Net als gisteren spreek ik om 9 uur met Gerald af bij Jamilo, we lopen over wat smalle paadjes richting een hoofdweg, waar we 2 bodarijders vinden. Zij brengen ons naar St. Philomena, waar we een gesprek hebben met de lerares. Ook deze school heeft geen watervoorziening en ouders van de leerlingen kunnen niet altijd het lesgeld betalen. Wel zit de school in een wat grotere ruimte, en zijn er maar 17 kinderen. Na dit bezoek gaan we op zoek naar Faith ECD Centre, welke we ook niet kunnen vinden. Uiteindelijk komen we bij Rarienda Kaloo Primary School terecht, waar we een meeting houden met alle leraren. De school is erg welwillend, maar ook hier is te weinig ruimte, voor de 5 klassen die ze hebben zijn 4 lokalen, 1 van de lokalen in verdeeld in 2 stukken door een rieten wandje. Ik maak foto’s van de lokalen, en laat die zien aan de kinderen. Ze moeten allemaal giechelen als ze zichzelf terugzien. Het ECD Centre dat bij de school hoort is er slecht aan toe. Er zijn 2 kleine lokaaltjes en de kinderen zitten op de grond. Er zijn geen lesmaterialen.

ECD is vaak het ondergeschoven kindje, en word ook niet gesteund door de overheid. Primary en Secondary scholen krijgen wel overheidsgeld. De scholen zijn vaak in gebouwtjes die niet geschikt zijn als lokaal, zoals verlaten huizen, een schuur of in een kerk.

’ S Avonds maak ik nasi met pindasaus. Als ik Ann (van de receptie) vertel dat ik “peanutbuttersauce” ga maken kijkt ze me vies aan, maar als ik het haar laat proeven wil ze meteen het recept. Die avond vlecht Ann Anna’s haar in tientallen kleine vlechtjes.

St. Anne en St. Doris (15-03)

Ik ben nogsteeds erg verkouden. Om 9 uur ben ik bij Jamilo, Gerald wacht daar op me. We bespreken de zondag (theaterles), en gaan op pad naar St. Anne’s ECD Centre (Early Childhood Devellopment Centre = nursery school). We lopen ongeveer 2 kilometer langs de rivier, het is erg warm vandaag en er staan weinig bomen voor schaduw. Als we bij een brug komen vragen we wat mensen of zij weten waar St. Anne is – je kunt de school niet van tevoren even googlen en opzoeken op maps. Gelukkig weet een vrouw waar het is en we lopen de gewezen richting op over een smal paadje. Aan het einde van het pad staat inderdaad een “school”. De school bestaat uit één lokaal van ongeveer 4 bij 7 meter. Aan de muur hangen wat posters met letters en cijfers erop. Achterin staan een paar houten bankjes en stoeltjes. Voor de klas zit een lerares, naast een geïmproviseerd schoolbord. In de klas zitten 60 kinderen.

We vragen de lerares of ze even tijd heeft om met ons te praten, ze stuurt de kinderen naar buiten om te spelen. Omdat we een onderzoek doen naar de status van het ECD onderwijs in Central Kolwa vragen we onder andere naar wat de chalenges van de school zijn. St. Anne geeft geen watervoorziening, en het voedingsprogramma loopt niet goed omdat de ouders niet kunnen betalen, en verder heeft de school maar 1 klein lokaal. Als we uitgevraagd zijn bedanken we de lerares en gaan op zoek naar de volgende school: St. Philomena.

Eerst lopen we terug naar de brug, om daar te vragen of iemand weet waar St. Philomena is. Niemand weet het, en iedereen wijst een andere richting aan. Aan de overkant van de brug zitten wat oudere mensen, die zeggen te weten waar het is. Ze leggen het uit aan 2 bodarijders, en wij springen achterop. Na 20 minuten fietsen komen we aan bij een ECD Centre, en we vragen welke school dit is. Het blijkt St. Doris te zijn, maar omdat we nu toch al zo lang aan het zoeken is, en St. Philomena niet lijkt te bestaan, gaan we met de headteacher van St. Doris praten. Deze school is er beter aan toe, ze hebben 2 lokalen, en maar 35 kinderen, wel is er gebrek aan goed lesmateriaal en een watervoorziening. Er was een put gebouwd, maar voordat deze af was is hij ingestort door de regen. We besluiten door te gaan en willen St. Philomena alsnog proberen te vinden. Als we na weer een kwartier bij de school aankomen is hij al gesloten, we komen morgen terug.

Tegen half 2 ben ik terug in het hotel, en slaap de hele middag. ‘S avonds eet ik met Anna in The Green Garden, een restaurant gerund door een Duitser. Het lijkt bijna of we in Europa uit eten zijn, er zitten bijna alleen blanken en op de kaart staan pizza’s, pasta’s en andere westerse gerechten. Anna neemt een cordon bleu, met aardappelkroketjes, en ik lasagne. Er ligt zelfs een bergje sla op het bord! Hoewel ik niet speciaal van boontjes of bloemkool hou, mis ik hier wel de variëteit aan groentes. Er zijn hier vooral uien en tomaten, en je kunt ook wel paprika, kool en peen krijgen. In de grote supermarkt hebben ze wel bloemkool, maar verschrikkelijk duur en ze zien er een beetje zielig uit.

maandag 15 maart 2010

Eerste echte theaterles (14-03)

Ik sta op met een zere keel en mijn neus zit verstopt, ik voel me net een vaatdoek. Om tien uur ben ik bij Gerald huis, waar Seth mij uiteindelijk om half 11 komt ophalen. Met de boda rijden we naar zijn centre, waar ongeveer 20 kinderen op mij wachten. Ik doe de zelfde intro als vorige week. Het gaat best goed, hoewel ook deze kinderen heel verlegen zijn. Tien kinderen geven zich op voor de lessen volgende week.

Met Seth loop ik terug, halverwege vinden we een boda-boda. Ik ga naar Gerald’s huis, waar de huishoudster lunch voor mij maakt (rijst met omelet). Om kwart voor 2 loop ik naar Jamilo, waar ik 20 minuten later aankom. Ik ga voor de school zitten, de kinderen zijn er nog niet. Om kwart over 2 belt Gerald hoe het gaat. Ik zeg hem dat de kinderen er nog niet zijn, ik moet geduld hebben. Om kwart voor 3 komen 6 kinderen, een kwartier later nog een paar. Ik start de les.

We gaan veel sneller door de oefeningen heen dan ik gehoopt had, en de kinderen begrijpen mij niet altijd. Een aantal jongens is niet erg gemotiveerd, en ze moeten steeds lachen als iemand een scene speelt. Als ik om vrijwilligers vroeg keek iedereen verlegen naar beneden. Ik denk dat ik de kinderen te vrij heb gelaten, ze zijn nogal gewend aan een strikt bewind van leraren/ouders. Volgende week weer een kans.

Terug in het hotel skype ik met Mireille (we hebben 1 jaar verkering vandaag!). Daarna babbel ik met 2 Nederlanders en Anna. Sofie en Boudewijn (zo heten ze) zijn hier voor de KNVB, ze blijven een week in Kisumu. ‘ S avonds maak ik alsnog de bami met pindasaus, en hij is lekker!

Vrij (13-03)

Ik ben vrij, en na uitgeslapen te hebben ga ik naar Kisumu Hotel om te zwemmen. Dit is een ander zwembad dan de vorige keer, omdat in dat zwembad (bij Sunset Hotel) veel Lakeflies (waterinsecten) zaten. Gelukkig is dit zwembad een stuk schoner!

Na het zwemmen ga ik met Anna naar Megacity voor boodschappen. Daar vind ik wokgroenten, noedels, kerrie, garam masala, kokos en ketjap. Dat word een heerlijke bami! Na de boodschappen gaan we wat drinken, en we besluiten ijs te nemen, wat als resultaat heeft dat we helemaal geen honger hebben. Die bami komt morgen wel!

Een korte blog vandaag, maar ik heb ook niet zoveel gedaan. Nu ik wat meer werk op stage heb ben ik wel erg blij als ik even niks kan doen!

Homa Hills (12-03)

Vandaag ben ik weer met Gerald in Homa Hills, om spullen voor de Tree Nursery naar de Orange House te brengen. Er moet een hek gebouwd worden, omdat anders de geiten de jonge boompjes opeten. Om die reden heeft Gerald een pick-up gehuurd, een stuk comfortabeler dan de matatu.

Na ongeveer 3 kwartier stoppen we bij een houthandel langs de weg, waar we 40 flinke palen kopen. Kippengaas hebben we al.

In de auto staat de staat de radio aan. Het nieuws is bezig als ik hoor “Dutch patiens demant sexual service from nurses”. De chauffeur en Gerald kijken me aan met een “jullie-zijn-gek-daar-in-het-Westen-blik” en ik kan alleen maar terugkijken met een “ja-ik-weet-het-ook-niet-hoor-blik” (weten jullie hier meer van?)

Tegen 1 uur komen we aan bij de Orange House, waar ik word gevraagd even een nieuwe printer te installeren (want ik ben natuurlijk de expert, als westerling). Gelukkig lukt het.

Hierna hebben we een meeting met de coördinators, en rijden we terug naar Kisumu, tegen half 7 ben ik terug in het hotel.

Als ik na een douche me aan het aankleden ben klopt Anna op de deur, en vraagt of ik zin heb om naar de film te gaan. We besluiten naar Valentines Day te gaan, in de bioscoop in Mega City. We kopen een kaartje (voor 3 euro!) en hebben de hele zaal voor onszelf. Het geluid en beeld is prima, en de zaal is groot. Anna vertelt zat ze hier nooit meer dan 10 mensen tegelijk in de bios heeft gezien. En Kisumu heeft 2 bioscopen met beide 2 zalen! De film was overigens ook erg leuk!

donderdag 11 maart 2010

Foto's

groepsfoto, met aan de linkerkant de 2 leraressen, en aan de rechterkant Lilian

Sam, een van de jongste kinderen uit de klas, mag ik hem meenemen naar Nederland?


Schminken

Weetjes – deel II

Mensen doen alles in plastik zakjes, en alles apart. Zo mogen etenswaren en chemische artikelen als zeep en deodorant niet bij elkaar. Bij de kassa staat een mannetje die je spullen inpakt, en ik vind het dan zo lullig om te zeggen dat ik geen zakje wil, het is tenslotte zijn baan om alles in zakjes te stoppen. Maar ondertussen heb ik wel een hele berg plastik zakjes waar ik niks mee kan.

Kenianen kijken hele slechte soaps, zowel mannen als vrouwen.

Kenianen zijn erg fan van de Engelse Premier League, en niet van hun eigen eredivisie voetbal.

Als blanke word je minstens 20 keer per dag begroet met “How are you?” en hoor je nog eens datzelfde aantal mensen “mzungu” zeggen als je voorbij komt

Winkelbedienden zijn niet erg vriendelijk. Je word niet gedag gezegd bij de kassa, je spullen worden gescand en de kassier houd zijn hand op voor het geld, zonder het bedrag te zeggen. Muntjes, briefjes en bonnetje worden in 1 keer in je hand gegeven, zodat je staat te klungelen het in je portemonnee te krijgen. Gedag zeggen is er ook niet bij. Ik heb wel mijn theorie over de reden: alle kassiers zijn mannen van 30/40 jaar, ik zou dan ook chagrijnig worden van zo’n baantje.

Kenianen houden van zoet. Light frisdranken zie je eigenlijk nergens, en er gaat heel wat suiker door de thee.

Verjaardagen worden eigenlijk niet gevierd. Mensen weten wel waarneer ze zijn geboren (meestal), maar denken er op die dag niet speciaal aan. Lilian bedacht zich op mijn verjaardag dat ze 2 dagen ervoor jarig was geweest.

Een rustig dagje zonder stroom (11-03)

Ik word wakker, en kijk op mijn telefoon, het is 8 uur. Ik besluit nog even te blijven liggen. Als ik weer op mijn mobiel kijk is het tegen half 11, tijd om op te staan. Het licht in mijn badkamer doet het niet, en ook de douche is koud. Als ik mijn brood in het rooster stop gebeurd er niet veel. De stroom is uitgevallen.

Omdat mijn laptop niet is opgeladen kan ik niet werken, en besluit wat te lezen. Toen Anouk wegging heeft ze The White Masai achter gelaten, welke ik nu aan het lezen ben. Tegen 12 uur ga ik eropuit om een krant te kopen, ik start de zoektocht naar een krant met internationaal nieuws. Op straat worden alleen Keniaanse kranten verkocht, dus besluit ik naar de supermarkt te gaan. Daar vind ik een “International Herald Tribune, the global edition of the New York times”. Bij de kassa staat een vriezer, en ik kan de verleiding niet weerstaan om een sinaasappel-passievrucht waterijsje te kopen. Met mijn ijsje en mijn krant ga ik in het park zitten. Ik vind een plaatsje in de schaduw en sla de krant open. Het grote nieuws zijn de Oscars en een moordpartij in Nigeria, weer eens wat anders dan corruptieschandalen.

Als ik de krant uit heb ga ik terug naar het hotel, er is nog steeds geen stroom. In mijn kamer lees ik nog wat. Mireille belt mij, en tijdens het gesprek gaat mijn ventilator opeens draaien, de stroom is terug! Ik ga meteen mijn e-mail checken. Ik heb nu door dat ik best wel een computer/internet/communicatie junkie ben, dat word nog wat als ik in Homa Hills zit!

Jarig (10-03)

Vandaag ben ik jarig, waarschijnlijk een verjaardag om te herinneren. Al is het alleen al dat deze verjaardag meer dan 20 graden boven mijn gemiddelde verjaardagstemperatuur zit.

Ik sta gewoon om kwart voor 8 op, Claudia heeft al mijn eerste verjaardagswens gesmst (om 2 uur vannacht, 12 uur Nederlandse tijd), ik ga douchen en ga naar de ontbijtzaal. Erg jarig voel ik me eigenlijk nog niet. Als ik aan mijn ontbijt zit komt Anna de zaal binnen, en met een knuffel feliciteert ze mij. Mijn telefoon gaat, en als ik opneem beginnen papa en mama te zingen, en wensen mij een fijne dag.

Waarneer ik naar buiten loop groet Gerald mij, en feliciteert me. We hebben een afspraak met de Zonal Educational Officer, over scholen in de buurt van Jamilo die wat hulp kunnen gebruiken. We spreken af de scholen volgende week te gaan bezoeken, en te inventariseren welke scholen ons het hardst nodig hebben, en waarin. Na deze afspraak is het alweer tijd voor lunch, Gerald moet nog iets in de stad doen. Ik maak een tosti in het hotel, en pak mijn spullen in om naar Jamilo te gaan.

Eerst neem ik een matatu, en daarna een boda boda. Ik vertel de boda rijder dat ik jarig ben. “Yes, Yes!” antwoord hij. Als ik hem vraag of hij weet wat een verjaardag is herhaalt hij zich “Yes, Yes!” en enkele seconden later “Yes, we can!”

Als ik bij Jamilo aankom zijn de kinderen nog bezig met hun middagdutje. Ik ga eerst naar Lilian, die mij met een lach feliciteert. Ik maak een babbeltje met de leraressen, die mij ook meteen feliciteren. Om 2 uur maken we de kinderen wakker, in de klas zingen ze voor me. De lerares heeft de vorige dag uit gelegd wat een verjaardag is en hen een verjaardagsliedje aangeleerd. Ik deel ballonnen en snoepjes uit, en daarna komen ze één voor bij mij één om zich te laten schminken. De eersten kijken nogal verbaast als ze in de spiegel kijken, maar als ik een paar kinderen beschilderd heb verdringen ze elkaar bij mij om wie de volgende is. Als iedereen geschminkt is maken we een groepsfoto, en worden de kinderen opgehaald door hun ouders.

Gerald, Lilian en ik sluiten af, en lopen de 1,5 kilometer terug naar de hoofdweg. Ik neem een matatu terug naar het hotel, als ik mijn deur open doe zie ik overal ballonnen liggen, op mijn bureau ligt een kaartje “For our dearest sister, happy birthday!” van Mildred, Cornelia, Victor en John, een deel van het hotelpersoneel. Mildred klopt op mijn deur, en vraagt of ik even naar boven kom. Daar hebben ze nog een verrassing, ze hebben een ring, een armband, 2 kettingen, een sleutelhanger en een paar rozen voor mij gekocht. Anna is ook boven, samen zingen ze voor mij. Anna heeft een kaartje voor mij gekocht.

Tegen 7 uur ga ik met Anna naar the Laughing Buddha, ik neem pasta, en als toetje de “Sizzeling Brownie” – die heel erg lekker is! In het hotel skype ik nog met Mireille en papa en mama, en bekijk ik de verjaardagswensen op mijn blog, hyves, en email (heel erg bedankt!)

Tegen half 1 lig ik in bed. Deze verjaardag zal ik zeker onthouden.

zondag 7 maart 2010

Theater introles (7-03)

Twintig paar donkere ogen staart me aan, ik weet niet wat ik nog meer moet zeggen. Ik heb mijzelf voorgesteld, en verteld wat ik wil doen, maar er komt geen reactie. Gerald buigt naar me toe “ze verstaan je accent niet”, en hij herhaald wat ik heb gezegd. Nu komt er wel reactie, een verlegen maar enthousiaste reactie.

Ik sta op, en gebaar de kinderen hetzelfde te doen. Ik leg de oefening uit, een warming-up. Iedereen loopt kriskras door elkaar, om de beurt roept iemand “Let’s go ….” met daarachter dan een werkwoord. Ik begin “Let’s go swimming!” en iedereen begint zwembewegingen te maken. Ik wijs Gerald aan, hij roept de volgende opdracht. De kinderen zijn wat verlegen, en daarom zeggen Gerald en ik de werkwoorden, maar alle kinderen doen enthousiast mee. Als iedereen los is gaan we zitten, en leg ik het volgende onderdeel uit, een theatersport-game. De game heet in het Nederlands 3-in-de-pan, maar ik weet niet hoe ik dat moet vertalen (iemand suggesties?). Ik vraag om vrijwilligers, maar de kinderen zijn verlegen, dus wijst Gerald er een paar aan. We spelen eerst een neutrale scène (ik ga naar de markt en koop uien bij een jongen), daarna vraag ik emoties aan het publiek, er word agressief en uitzinnig blij gezegd. Vooral een van de jongens doet heel goed zijn best, hij is niet zo verlegen als de anderen.

Na deze korte intro vraag ik de kinderen wie er mee wil doen, bijna allemaal willen ze wel. We spreken af dat we elkaar volgende week zondag om 14.00 bij Jamilo zien, voor meer theaterles.

Op weg naar Gerald’s huis zegt hij dat de kinderen vooral verlegen waren omdat ze nog nooit met een mzungu hebben gepraat. Ze hebben ze gezien, maar nooit van dichtbij, en niet met ze gepraat en gespeeld. Ik denk dat ze wel loskomen als we elkaar vaker zien.

We eten ugali met vis, en daarna gaan we naar het voetbalveld. Om half 4 start een voetbalwedstrijd, althans dat is de bedoeling. De scheidsrechter is nog niet aanwezig, tegen kwart over 5 komt hij aan, en nadat de koeien van het veld zijn gejaagd begint de wedstrijd. We kijken alleen de eerste helft, en gaan dan weer richting hoofdweg, waar ik een matatu neem naar het hotel. In mijn kamer plof ik op bed, zo even douchen, en om 20.00 zit ik klaar om met papa en mama te skypen.

Mannen (6-03)

Het zal wel aan mij liggen, of het feit dat ik niet op mannen ben gesteld, maar de mannen hier zijn opdringerig.

Ik ging naar boven, om mijn rekening van de afgelopen 2 weken te betalen. Er zaten 4 mannen rond een tafel (3 Kenianen en een Indier van rond de 30 jaar). Ik vroeg naar John, om de rekening te betalen, maar hij was er niet. Als ik terug loop vraagt een van de mannen of ik erbij kom zitten. Ik denk, laat ik nou niet lullig doen, en ik heb wel zin in een praatje. Op aandringen van de mannen bestel ik wat te drinken, een Fanta. Ze vragen hoe ik heet en waar ik vandaan kom, en wat ik in mijn lip heb en of het geen pijn doet, en of het niet lastig zou zijn als ik hem wilde zoenen (ik denk “oké, tot daar en niet verder") We praten wat verder, na nog wat seksueel getinte opmerkingen zeg ik dat ik nog wat huiswerk moet gaan maken, en ga ervandoor. Een van de mannen vraagt mijn telefoonnummer, en kijkt als een verwend klein kind dat geen ijsje mag van zijn moeder als ik hem nee verkoop.

zaterdag 6 maart 2010

In het park (6-03)

Ik schrijf deze blog in het park (op klad, in mijn schrift), of Jomo Kenyatta Sports Ground. Het sportpark bestaat uit 2 delen, gescheiden door een café/restaurant. Aan de kant waar ik zit is een grote open ruimte, waar wel eens sprekers staan of andere evenementen. Langs de randen staat een rij bomen met daarachter een muurtje waar je op kunt zitten, daar weer achter is een grasveld. Op de muur zitten om de 4 `a 5 meter mensen; samen of alleen. In het gras liggen mensen te slapen. Niemand doet iets. Ik zie geen boeken, geen kranten. Ik zie geen mp3spelers, geen telefoontjes, geen gameboys. Iedereen kijkt een beetje voor zich uit, naar de mensen die voorbij komen lopen.

Voor mij, tegen een boom, zit een jongetje. Een jongen van de straat. Met een fles lijm aan zijn mond zit hij met het zand te spelen, hij is een jaar of 12. Hij kijkt mij aan en gaat op de muur zitten, een meter of 3 van mij vandaan. Instinctief zet ik mijn voet op het hengsel van mijn tas. Hij kijkt mij aan, begint voor zich uit te praten en schuift dichterbij. Hij kijkt mij een hele tijd aan, en ik probeer te doen alsof ik iets schrijf. Opeens staat hij op en gaat in het gras liggen, zijn hoofd beweegt op het muziek die uit de luidsprekers komt.

Er komt een vrouw langs, ze rijdt een kar voor zich uit. “Ice-cream?” vraagt ze. Het is warm in de zon, en een ijsje zou best lekker zijn. Maar iedere reisgids en iedere ervaren reiziger zal zeggen dat je beter geen onverpakt ijs kunt eten, dus sla ik af. De vrouw kijkt teleurgesteld, ze zegt “I’ll buy it for you”. Ik lieg dat ik geen zin heb in een ijsje “Maybe later”

Een stem onderbreekt de muziek uit de luidsprekers “You could save a live, donate your blood today!” In het midden van het terrein staat een tent, hier kun je je bloed laten afnemen. Het idee van hier bloed geven staat me tegen, en niet alleen omdat ik in januari al langs de bloedbank ben geweest..

Als ik mijn camera pak om foto’s te maken, kijken de mensen in het park mij argwanend aan. Ik maak snel een paar foto’s en stop mijn camera weer weg. Het is lastig om foto’s te maken waar mensen zijn. Ik val al op, en met een camera helemaal.

donderdag 4 maart 2010

Studeren (4-03)

Met de grootste moeite heb ik mijn boek opengedaan, en begin te lezen in “Praktijkonderzoek in Zorg en Welzijn”. Na 2 alinea’s dwalen mijn gedachten af. Als ik aan het einde van de pagina bedenk wat ik gelezen heb weet ik het niet, en lees ik het opnieuw, met hetzelfde resultaat. Ik kan mij niet concentreren op mijn schoolwerk. De tussenstand: 34 pagina’s uit “Praktijkonderzoek in Zorg en Welzijn” , 0 pagina’s uit “Zo maak je een ondernemingsplan”, een half stagewerkplan, en 2 vluchtig doorgebladerde studiehandleidingen.

Mijn tegenzin komt vooral door mijn overheersende vakantiegevoel. Mijn stage komt langzaam op gang, maar is (nog) geen full-time job. Er is nog zo veel te ontdekken in Kisumu. In plaats van studieboeken lezen ga ik liever een wandelingetje door de stad maken, in het park zitten, de Lonely Planet Kenia doorspitten, over de makt lopen, en blogs schrijven.

Ik voel geen druk om mij op studeren te storten. Er is niemand die mij erop wijst, geen groepsdruk, ik volg geen colleges waarvoor ik de stof moet bijhouden, ik mag het allemaal in mijn eigen tempo doen.

Terwijl ik deze blog schrijf had ik al weer 10 pagina’s kunnen lezen.

Anonieme reactie

Ik heb de instellingen voor reacties gewijzigd, lezers zonder google-account oid kunnen een reactie plaatsen onder "Anoniem"

Voor de reacties die ik al heb gekregen, heel erg bedankt! Ik vind het leuk om te lezen!

woensdag 3 maart 2010

Foto's

Wasdag

Regen

The Duke of Breeze, mijn hotel

De kinderen van Jamilo Nurseryschool

De rooftopbar

Weetjes, feitjes en opvallende dingetjes

Kenianen zeggen geen “ doei” voor ze de telefoon ophangen, als je dit voor het eerst meemaakt lijkt het heel onbeleefd, maar het went langzaam.

Je denkt “ Kenia is lekker warm en droog” maar nee, het is regentijd nu, en het regent vrijwel iedere dag. Het koelt dan wat af en het is minder stoffig op de straten, wat dan wel weer fijn is. Jammer is dat je deze (tropische) regens zelfs niet met paraplu droog door komt.

Kenianen lopen (vrijwel zonder uitzondering) met lange broeken, en het liefst ook een trui. Ze hebben het koud bij temperatuur onder de 20/25 graden.

Bijna iedereen in dit gebied is Luo, en Christelijk, al zijn er ook andere stammen en moslims. Een enkele moslima loopt met geheel bedekt lichaam (alleen de ogen zijn vrij), de meesten hebben een gewone hoofddoek.

Mensen eten niet veel groenten en fruit, maar wel grote hoeveelheden koolhydraten-rijk-voedsel als rijst, ugali, patat, brood, aardappels en bonen. De kinderen op de Jamilo kunnen meer op dan ik, en zij zijn 2 tot 5 jaar!

Uit eten gaan is heel goedkoop, voor 250 bob (€2,50), heb je een goede maaltijd.

Indiërs zijn de rijke mensen, ze mengen zich niet met de Kenianen maar staan er vaak juist boven. Donkere mensen worden dus zelfs in hun eigen land gediscrimineerd.

Ik slik braaf mijn malariatabletten, maar ben ondertussen nog niet 1 keer gestoken door een mug, ondanks dat ik aan een meer zit (waar veel water is en muggen leggen hun eitjes in water).

Kenianen houden van politiek, iedere dag staat de president op de voorpagina van de krant. Als het geen politiek is, is het ander binnenlands nieuws, buitenlands nieuws is een stuk minder populair. Verklaring daarvoor is dat er in het binnenland al zoveel ellende is, dat ze geen tijd en ruimte hebben om ook veel buitenlands nieuws te behandelen.

Alleen met de matatu (3-03)

Om kwart over 7 sta ik op, ik heb ruim de tijd genomen. Ik ga douchen en loop naar de ontbijtzaal, in mijn hoofd dwaalt het al: ik moet zometeen alleen met te matatu. Na het ontbijt pak ik mijn spullen in, en check dubbel of ik alles bij mij heb. Rond kwart over 8 stap ik de deur uit richting matatu-standplaats. De zon schijnt, en het is gelukkig nog niet te warm. De straat uit, rotonde over, en dan rechtsaf – maar geen matatu te bekennen. Ik ga op de standplaats staan, hopend dat het busje er snel zal zijn. Er komt een man naast me staan, hij vraagt waar ik heen wil – ik moet naar Nyamasaria Bridge. Hij zegt dat hij mij er wel heen brengt met de taxi, voor 200 bob. Ik zeg hem dat ik voor 20 bob met de matatu kan, hij lacht naar me en is onder de indruk dat ik zo goed weet wat ik doe. De taxichauffeur vertelt me dat de matatu zo wel zal komen, en hij heeft gelijk. De matatu is nu alleen geen busje, maar een gewone personenauto (dat gebeurd soms op trajecten waar niet veel mensen heen moeten). Ik stap in en vertel waar ik heen moet, al snel is de auto vol (1 voorin, 4 volwassenen op de achterbank, en rijden we weg. Onderweg gaan er al 3 mensen uit, waarna mijn stop komt. Ik stap uit en betaal de chauffeur – Ik heb het overleeft!

dinsdag 2 maart 2010

Doorweekt zelfvertrouwen(2-03)

Vandaag heb ik iets gedaan wat ik in Nederland nooit zou durven. Ik ben uit eten gegaan, in mijn eentje. Gewapend met een dik boek en een dosis zelfvertrouwen ga ik op weg naar Mon Ami, een caf tje in het Megaplaza winkelcentrum. Ik loop door het Jomo Kenyatta park, langs een menigte die vool aandacht naar een prediker luistert. Jammer genoeg kan ik de man niet verstaan, hij spreekt Kiswahili, of Luo. Dan langs de sportvelden: voetballers, hockeyers en basketballers zijn fanatiek aan het spelen. Het hek van het park door, de straat over en dan links naar het winkelcentrum. Ik ga de Mon Ami in, en zoek een plaatsje bij het raam.

Ik wenk de ober, en vraag om een “Small water, baridi” (halve liter water, koud) en de menukaart. Als hij terug komt bekijk ik de kaart, ik neem een hamburger. Ik sla mijn boek open op de pagina waar ik was gebleven, tot mijn diner word geserveerd. Tijdens het eten kijk ik de voetbalwedstrijd die op tv is (twee Engelse clubs, ik weet niet welke). Waarneer ik mijn eten op heb, lees ik verder. De ober haalt mijn bord weg, en ik schenk nog een glaasje water in. Na een paar bladzijden vraag ik de rekening, betaal en loop trots naar buiten, waar het ondertussen heel hard is gaan regenen.

Bij de uitgang is een paar meter dikke opstopping van mensen ontstaan. Het leven in Kenia staat stil waarneer het regent. “Jullie zijn toch niet van suiker?” zou mijn moeder zeggen, en daarom pak ik mijn paraplu en loop de regen in. Langs de weg hebben zich al beekjes gevormd. Als ik het park inloop, voel ik de ogen van de Kenianen, die onder een afdakje staan, op mij gericht, “rare mzungu”. Er liggen grote plassen in het park, en ik voel mijn schoenen vollopen. Stug loop ik door- ik zal die Kenianen laten zien hoe Nederlanders met een beetje regen omgaan. De beekjes langs de weg zijn nu wildwatersloten van een meter breed, ik probeer erover heen te springen - tevergeefs. Waarneer ik het hotel binnenloop zijn mijn schoenen, sokken en broek doorweekt. Voortaan ga ik bij de Kenianen staan, en laat ik het leven even stilstaan waarneer de wolken zich uitstorten over het land.

maandag 1 maart 2010

Contact

Ik heb begrepen dat veel mensen geen reactie kunnen achterlaten, omdat je dan een google account moet hebben. Ik vind het toch heel leuk om reacties te ontvangen, je kunt ze ook mailen naar marieke.lansbergen@live.nl

Ik heb ook een postadres:

Voor brieven/kaarten:
Ujima Foundation
Attn. Machiel Pouw/ Marieke Lansbergen
P.O. BOx 800, 40123
Kisumu, Kenya

Voor dropjes en stroopwafels:
Ujima Foundation
Attn. Machiel Pouw/ Marieke Lansbergen
Ujima Compound
Nehru Road, Millimani
Kisumu, Kenya

Momenteel ben ik niet te bereiken op mijn nederlandse nummer (hij kan het netwerk hier niet vinden) maar alleen op mijn keniaanse nummer: +254725876838

Kibuye Market (28-02)

Vandaag heb ik eigenlijk heel rustig aan gedaan. ’S Ochtends heb ik de was gedaan, met de hand want er is geen wasmachine. Ik was van plan veel te gaan lezen in mijn studieboeken, maar daar kwam het niet van. Wel ben ik met Pauline en Evelyn (dat zijn schoonmaaksters in het hotel) naar Kibuye Market geweest.

De markt, waar we vrijdag de mensen op 1 hand konden tellen, was overladen met mensen en stalletjes. Je kon er vanalles krijgen: groente, fruit, allerlei gedroogde bonen, rijst en maïs, kleding, bestek, lampen, doeken, meubels, tot zelfs doodskisten. Ik liep achter Pauline aan de markt op, ik had gevraagd naar uien en pruimen. De uien hadden we zo gevonden, maar de pruimen waren lastiger, omdat het pruimenseizoen tegen zijn einde loopt. Toch vonden we ergens achteraf pruimen vinden, inmiddels had ik geen idee meer waar ik was en waar de uitgang zou kunnen zijn. Evelyn wilde nog op zoek naar een broek, dus gingen we richting kledingkraampjes. Na een poosje vond ze een mooie rode broek, en ging op zoek naar haar maat, terwijl er een dronken man tegen mij aan begon te praten; of ik met hem wilde trouwen. Op weg terug zag ik nog passievruchten liggen die er erg lekker uitzagen. Raad eens wat dit me allemaal gekost heeft: halve kilo ui, stuk of 20 pruimen en 12 passievruchten. In totaal heb ik 120 bob (ze noemen een shilling hier een bob, don’t know why), dat is iets minder dan 1 euro en 20 cent. De passievruchten smaken overigens goddelijk met de vanille yoghurt die ik heb gekocht!

Ugali en vis (27-02)

Vanochtend is Anouk weggegaan, ze zal nog een paar dagen in Naiobi blijven, dan dan terug naar Nederland vliegen. Ik heb uitgeslapen, en omdat mijn brood beschimmeld was, heb ik wat yoghurt met pruimen gegeten, ook een heel lekker ontbijt! Daarna zijn we met de overgebleven Nederlandse meiden naar Lakeside gegaan, waar ik (onder toeziend oog van menig lijmsnuivend straatkind) voor het eerst ugali (dikke maispap) met vis gegeten heb. Ugali eet je met je handen, je pakt een stukje, rolt er een balletje van (je mag alleen je rechter hand gebruiken) en deukt er met je duim een holletje in, dan pak je met je ugali als “ bestek” een stukje vis of sukumi waki (soort spinazi). De vis word overigens in zijn geheel opgediend: kop en staart eraan. Het is dus goed zoeken naar graatjes.

Na dit culinaire avontuur ben ik naar de supermarkt gegaan, voor brood en zeep (je handen worden hier plakkerig ook al doe je niks, door zweet, zonnebrand en stof etc). ’S avonds aten we in de rooftopbar, waar ik een wrap met kip heb gegeten (er komen hier vooral mzungu’s, vandaar het “Westerse” eten)